BELASTINGRECHT – Bouwleges (1)

bouwlegesAls iemand de gemeente vraagt om een bepaalde dienst te verlenen, dan moet voor die dienst worden betaald. Zo’n dienst kan variëren van het maken van kopietjes tot het behandelen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de bouw van honderden woningen. De omvang van de heffing kan flink uiteenlopen: van een paar euro voor die kopietjes tot honderdduizenden (of meer) euro’s aan bouwleges. Waar zijn al die bedragen op gebaseerd? En kan de overheid zomaar gigantische bedragen in rekening brengen voor dienstverlening die daar wellicht niet toe in verhouding staat? In deze blog, en de volgende, gaan we het hebben over de bouwleges.

Gemeentebelastingen

Bouwleges zijn een specifiek soort gemeentebelastingen. Ze vallen onder het begrip ‘retributie’. Retributies zijn dus een subcategorie van de hoofdcategorie ‘gemeentebelastingen’. Andere subcategorieën gemeentebelastingen zijn de algemene belastingen en de bestemmingsbelastingen.

De retributies onderscheiden zich van de andere subcategorieën doordat ze betrekking hebben op een specifieke dienstverlening door de gemeente (of een specifiek gebruik van gemeentebezittingen of openbare dienst). Ze worden dus enkel in rekening gebracht bij degene aan wie de dienst wordt verleend.

In de Gemeentewet (‘GemW’) worden retributies ook wel ‘rechten’ genoemd. Leges vallen dus ook onder het begrip ‘rechten’.

Legesheffing bij verordening

Laten we eerst eens naar de basis kijken. Die staat in de GemW. Zo bepaalt artikel 216 GemW:

“De raad besluit tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting door het vaststellen van een belastingverordening.”

Deze bepaling geldt voor de gehele hoofdcategorie van gemeentebelastingen. En daarmee geldt ze ook voor de hierboven genoemde subcategorieën. Dat betekent dat ook de heffing van leges moet gebeuren op basis van een verordening.

Bouwleges in de Gemeentewet

Op de heffing van rechten is in het bijzonder hoofdstuk XV (‘De gemeentelijke belastingen’), paragraaf 3 (‘Bijzondere bepalingen omtrent de andere belastingen dan de onroerende-zaakbelasting’), van de GemW van toepassing. Art. 229 van de GemW spreekt in lid 1 over drie soorten van rechten:

  • die ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn (lid 1, sub a)
  • die ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten (lid 1, sub b)
  • die ter zake van het geven van vermakelijkheden waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur getroffen wordt (lid 1, sub c)

De (bouw)leges vallen onder de tweede soort: die ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten (lid 1, sub b).

Legesverordeningen

Gemeenten zijn in principe vrij in de vormgeving van hun legesverordeningen. Sommige gemeenten groeperen alle soorten van legesheffing in één enkele verordening (kopietjes, paspoorten, vergunningen etc.). Andere maken legesverordeningen per uit te voeren wet (zoals een specifieke legesverordening die betrekking heeft op dienstverlening die te maken heeft met de uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht).

Gebruikelijk is dat een gemeente eens per zoveel jaar een nieuwe legesverordening publiceert. Wel is het dan zo dat de tarieven jaarlijks worden herzien. En dat laatste gebeurt dan door jaarlijks een nieuwe ‘legestabel’ onder de verordening te hangen.

Bepaling van de legesomvang

Wat kan de gemeente aan leges in rekening brengen?

De GemW bepaalt daar niet veel over, maar wel dit, in artikel 229b, lid 1:

“In verordeningen op grond waarvan rechten als bedoeld in artikel 229, eerste lid, onder a en b, worden geheven, worden de tarieven zodanig vastgesteld dat de geraamde baten van de rechten niet uitgaan boven de geraamde lasten ter zake.”

Wat hier staat, komt er in wezen op neer dat een gemeente geen winst mag maken op de legesheffing.

Geschillen over leges

Over de heffing van leges ontstaan regelmatig geschillen tussen gemeente en burger. Dat geldt met name ook voor de heffing van bouwleges. Die heffing is vaak gebaseerd op een percentage van de bouwsom. Het kan dan gebeuren dat bij een groot bouwproject aanzienlijke leges, tot ettelijke honderdduizenden euro’s (of meer), worden geheven. Bouwbedrijven aan wie dergelijke leges worden opgelegd, menen dat dat onrechtvaardig is. Volgens hen kort het een gemeente geen honderdduizenden euro’s om hun bouwaanvraag te behandelen. Zij beroepen zich daarbij op het hiervoor genoemde criterium dat de geraamde baten van de legesheffing de geraamde lasten niet mogen overschrijden.

In een volgende blog gaan wij in op de vraag hoe de belastingrechter hierover denkt.

Vragen en advies

Hebt u vragen over bouwleges? Neem dan contact met ons op:

Contact

Wij overleggen graag met u, praten graag over de ins and outs van uw situatie en geven u graag advies. Voor een kennismaking of eerste gesprek brengen wij geen kosten in rekening.