2. Huur – Titel 7.4 van het Burgerlijk Wetboek

Titel 7.4 (‘Huur’) van het Burgerlijk Wetboek

***

Het systeem van Titel 7.4 van het Burgerlijk Wetboek

Zoals in het vorige hoofdstuk besproken zijn de Boeken 3 en 6 van het Burgerlijk Wetboek (‘BW’) van toepassing op de huurovereenkomst, tenzij de bijzondere regeling van Titel 7.4 van het BW hiervan afwijkt of hierop aanvult.

Titel 7.4 van het BW kent echter ook weer een onderscheid naar algemene en bijzondere (specifieke) regeling. En ook daar geldt dat de algemene regeling geldt, tenzij de bijzondere daarvan afwijkt en/of daarop aanvult.

Algemeen – woonruimte – bedrijfsruimte

Titel 7.4 van het BW kent het volgende systeem:

De Afdelingen 1 tot en met 4 van Titel 7.4 zijn van toepassing op alle soorten huurovereenkomst
Afdeling 5 geeft een bijzondere regeling voor de huur van woonruimte
Afdeling 6 geeft een bijzondere regeling voor de huur van bedrijfsruimte

De Afdelingen 1 tot en met 4 zijn dus zowel van toepassing op woonruimte als op bedrijfsruimte (en overigens ook op de huur van andere goederen). De Afdelingen 5 en 6 kennen evenwel bijzondere regelingen die van de Afdelingen 1 tot en met 4 kunnen afwijken en/of daarop kunnen aanvullen voor zover het gaat om woonruimte of bedrijfsruimte.

Vervolg

In het vervolg gaan we eerst in op de algemene huurbepalingen van de Afdelingen 1 tot en met 4 van Titel 7.4 van het BW. Daarna bespreken we enkele onderdelen van de Afdelingen 5 (woonruimte) en 6 (bedrijfsruimte).


Ga naar:
vorige hoofdstuk
volgende hoofdstuk
inhoudsopgave