22. Huur van bedrijfsruimte – Wijze van opzeggen en beëindigen

Huur van bedrijfsruimte: Wijze van opzeggen en beëindigen

***

Wijze van opzeggen

De huurovereenkomst (hetzij die van 5 jaar, hetzij die van langer dan 5 maar korter dan 10 jaar, hetzij die van 10 jaar, hetzij die van meer dan 10 jaar: kortom, alle overeenkomsten behalve die van 2 jaar of korter) moeten worden opgezegd op de wijze zoals beschreven in artt. 7:293, lid 2 en 294 BW:

“De opzegging moet geschieden bij exploot of bij aangetekende brief. De termijn van opzegging bedraagt tenminste een jaar.” [293, lid 2]

“Een opzegging door de verhuurder is nietig [ongeldig] indien zij niet de gronden vermeldt die tot de opzegging hebben geleid.” [294]

Wijze van beëindigen

Zoals in het vorige hoofdstuk is opgemerkt, leidt een opzegging niet automatisch tot het einde van de huurovereenkomst. De verhuurder zal nadere aktie moeten ondernemen als de huurder niet instemt met het einde van de huurovereenkomst. Zie art. 7:295, lid 2 BW:

“De verhuurder kan, indien hij zes weken na de opzegging niet van de huurder een schriftelijke mededeling heeft ontvangen dat hij in de beëindiging van de huurovereenkomst toestemt, op de gronden vermeld in de opzegging vorderen dat de rechter het tijdstip zal vaststellen waarop de overeenkomst zal eindigen.”

De verhuurder zal dan ook naar de rechter dienen te stappen.

Ontbinding

Net als met betrekking tot woonruimte is gesteld, geldt ook met betrekking tot 290-bedrijfsruimte dat de verhuurder de huurovereenkomst op grond van de artt. 6:265 en 7:231 BW kan laten ontbinden door de rechter in geval de huurder wanpresteert (de huur niet – tijdig – betaalt, en/of voor overlast zorg, of anders).


Ga naar:
vorige hoofdstuk
volgende hoofdstuk
inhoudsopgave