ALGEMEEN – Efficiëntere rechtspraak

procesrechtIedere jurist weet dat er twee soorten recht zijn: formeel en materieel. Het materiële recht is wat iedereen wel kent. Ook de niet-jurist. Het is in wezen het recht dat tot stand is gekomen door de democratische input van de burgers van het land. Het formele recht gaat aan ‘gewone’ mensen totaal voorbij. Maar maakt voor de jurist toch al gauw 50% van zijn dagelijks werk uit. Het luistert naar vragen als: “Voor welke rechter moet ik deze zaak aanbrengen?” De ‘gewone’ burger zal denken: “Nou, gewoon, dé rechter (duh!)” Maar dat is natuurlijk veel te gemakkelijk gedacht!

Rechters

Er zijn in Nederland vele soorten rechters. In principe zijn deze onderdeel van drie verschillende instanties: rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad. Waarbij de gerechtshoven er zijn voor het hoger beroep, en de Hoge Raad voor het hoogste beroep (‘cassatie’). Bij de rechtbanken werken verschillende rechters. Zo zijn er de strafrechters, de civiele rechters (en hun kantonrechters) en de bestuursrechters (en belastingrechters). Voor de bestuursrechters (niet zijnde de belastingrechters) geldt een uitzondering op de regel dat het hoger beroep tegen hun uitspraken bij de gerechtshoven moet worden ingediend. Dat beroep moet namelijk worden ingediend bij de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State, bij de Centrale Raad van Beroep of het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. Deze laatste drie instanties zijn overigens geen onderdeel van de ‘rechterlijke macht’. Maar dat terzijde.

Verder zijn er nogal wat arbitrage-instituten en geschillencommissies. Dat zijn geen rechters, maar lijken daar wel enigszins op. Over het algemeen worden zij in contracten (en algemene voorwaarden) aangewezen als ‘rechtsprekende instantie’ in plaats van de ‘gewone’ rechters.

Het is belangrijk om je zaak bij de juiste instantie aan te brengen. Want doe je dat niet, dan moet er ofwel worden doorverwezen, ofwel moet je opnieuw beginnen (als de rechter zich ‘onbevoegd’ verklaart).

Procedures

Dan zijn we er nog niet, want er zijn ook verschillende soorten procedures. Zo kunnen zaken worden ingeleid door een dagvaarding of een verzoekschrift. Althans, bij de strafrechter en civiele rechter. Bij de bestuursrechter moet een beroepschrift worden ingediend. Deze verschillende soorten ‘procesinleidingen’ leiden tot verschillende soorten procedures.

Hiernaast bestaan er ook de kort geding- en de voorzieningenprocedure.

Dikke boeken

Het is aan de belanghebbende burger of bedrijf zelf om erachter te komen welke rechter bevoegd is en welke procedure van toepassing is. Dat is dus anders dan in het geval van een ziekte of aandoening. In dat geval ga je naar de huisarts die jou doorverwijst naar een longarts dan wel KNO-arts.

Wat dat betreft is het dus verstandig om je als burger of bedrijf tot een jurist te wenden. Die kan jou helpen om je zaak bij de juiste instantie aan te brengen volgens de juiste middelen. In veel gevallen is het ook verplicht om daarvoor een advocaat in te schakelen. Waarom dat geen ander soort jurist dan een advocaat mag zijn, weet niemand. Maar dat het verstandig is om iemand met verstand van zaken in te schakelen staat buiten kijf. Het is namelijk een moeras waar je doorheen wordt geleid.

In de juristerij worden er heel erg veel heel erg dikke boeken geschreven over de bevoegdheid van rechters. Zoals gezegd: circa 50% van al het recht gaat over het formeel recht. Op de universiteit zelf zie je de geesten al vroeg scheiden. Veel rechtenstudenten lijken het leuk te vinden om te ‘puzzelen’ met procesrecht, en maken er bijkans een hobby van om er veel over te lezen en veel over te schrijven. Waarbij men er net zoveel genoegen in schept om daarover met elkaar in discussie te treden en literatuur en rechtspraak te creëren.

Het lijkt een beetje op een bekend middeleeuws fenomeen waarbij schriftgeleerden met elkaar in discussie traden over de vraag hoeveel engelen er op een speldpunt pasten.

Bijbel

Als we dan toch in Bijbelse termen aan het spreken zijn: zou het niet mooi zijn als er eens een profeet in de tempel trad die alle procesrechtgeleerden eruit joeg en zei: “Nou, gewoon, dé rechter (duh!)”. Oftewel: kunnen we de diverse wetboeken van straf-, civiel- en bestuursprocesrecht en alle dagvaardingen, verzoekschriften en beroepschriften niet samenvoegen, een brievenbus aan de rechtbank ophangen waar je het allemaal kunt indienen en de mensen aan de binnenkant van het rechtbankgebouw zelf laten uitmaken aan welke rechter ze de desbetreffende zaak toewijzen?

En het curriculum van de rechtenstudie verkorten tot 2 jaar …

Vragen en advies

Hebt u vragen over het recht? Neem dan contact met ons op:

Contact

Wij overleggen graag met u, praten graag over de ins and outs van uw situatie en geven u graag advies. Voor een kennismaking of eerste gesprek brengen wij geen kosten in rekening.

Willem Brakenhoff