OMGEVINGSWET – De bouwaanvraag onder de nieuwe Omgevingswet

bouwvergunningWie kent hem nog, de oude bouwvergunning? Het was de vergunning die je in principe nodig had als je ging bouwen. Hij was gebaseerd op de Woningwet. En in het bekende artikel 44 van die wet stond het toetsingskader. De bouwvergunning is later, in 2010, opgegaan in de omgevingsvergunning. In dat jaar trad de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (‘Wabo’) in werking. Het bouwen werd toen een van de ‘activiteiten’ waarvoor een omgevingsvergunning kon worden verkregen. Het toetsingskader veranderde niet heel erg. Het kwam wel ergens anders te staan, namelijk in artikel 2.10 van de Wabo. Hoe gaat dit alles er straks uitzien onder de nieuwe Omgevingswet?

Let op: deze weblog is van december 2021. Inmiddels zijn wet en besluit (Bbl) op diverse punten aangepast. Raadpleeg de meest recente versies!

Twee soorten omgevingsvergunningen voor het bouwen

De nieuwe Omgevingswet (hierna : ‘Ow’) introduceert eigenlijk twee `nieuwe soorten bouwvergunning :

  1. de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen,
  2. de omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit.

Het verschil tussen beide is dat de eerste vergunningplicht uit de landelijke regelgeving voortvloeit (namelijk de Ow en het hierna te noemen Besluit bouwwerken leefomgeving). De tweede vergunningplicht vloeit eventueel voort uit gemeentelijke regelgeving. ‘Eventueel’ omdat gemeenten niet verplicht zijn om zo’n vergunningplicht in het leven te roepen. Als gemeenten dat wel doen, dan doen ze dat in het gemeentelijke omgevingsplan (zoals het bestemmingsplan onder de Ow komt te heten).

Hieronder gaan we in op de eerst genoemde vergunning : de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. In een volgend artikel gaan we in op de andere omgevingsvergunning.

De omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

Aan de naam van de vergunning gaat ten opzichte van de Wabo niets veranderen. Deze blijft ‘omgevingsvergunning’ heten. En net als onder de Wabo zal het bouwen een ‘activiteit’ blijven heten.

De vergunningsplicht gaat uit het nieuwe artikel 5.1 van de Omgevingswet (hierna : ‘Ow’) volgen. (Zie overigens hier voor de geconsolideerde teksten van de in dit artikel te bespreken regelingen). In lid 2 van dat artikel staat:

“Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende activiteiten te verrichten:
1. een bouwactiviteit,
(…)
voor zover het gaat om een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen geval.”

Het principe onder de Ow gaat dus zijn : Er is alleen een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen vereist als dat uit de algemene maatregel van bestuur (‘amvb’) volgt. Oftewel : geen vergunning vereist, tenzij… (zie echter hierna…).

Het Besluit bouwwerken leefomgeving

De in artikel 5.1 Ow bedoelde amvb is het Besluit bouwwerken leefomgeving (‘Bbl’).

Artikel 2.15d van het Bbl wijst de vergunningplichtige bouwwerken aan. We zien daar meteen een omkering van het principe ‘er is geen vergunning vereist, tenzij …’. De eerste zin van artikel 2.15d luidt namelijk:

“Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een bouwactiviteit te verrichten geldt voor een bouwactiviteit, tenzij deze betrekking heeft op een van de volgende bouwwerken (…)”

Hier staat dus dat een vergunning is vereist, tenzij de bouwactiviteit betrekking heeft op een van de bouwwerken die in artikel 2.15d van het Bbl worden genoemd.

De vergunningvrije bouwwerken die artikel 2.15d van het Bbl noemt, lijken op de lijst van bouwwerken die in de artikelen 2 en 3 van bijlage II van het huidige Besluit omgevingsrecht (‘Bor’) worden genoemd.

Conclusie is dat indien een bouwwerk niet in de lijst van artikel 2.15d van het Bbl wordt genoemd, er een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is vereist.

De beoordelingscriteria

Dan de beoordelingscriteria. Aan het begin van dit noemden we al het oude artikel 44 van de Woningwet en het huidige artikel 2.10 van de Wabo. Maar waar komen de beoordelingscriteria voor een bouwaanvraag in het nieuwe wettelijke stelsel te staan?

Artikel 5.18, lid 1 van de Ow bepaalt:

“Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het verlenen of weigeren van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 5.1.”

Die amvb is het Besluit kwaliteit leefomgeving (‘Bkl’).

De beoordelingscriteria voor de bouwaanvraag staan in afdeling 8.3 van het Bkl. Zo bepaalt artikel 8.3a van het Bkl:

“Deze afdeling is van toepassing op vergunningplichtige bouwactiviteiten als bedoeld in artikel 2.15d van het Besluit bouwwerken leefomgeving en is opgenomen met het oog op het waarborgen van de veiligheid, het beschermen van de gezondheid en duurzaamheid en bruikbaarheid.”

De beoordelingscriteria staan in artikel 8.3b van het Bkl, dat als volgt luidt:

“1. Voor zover een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit die het bouwen van een nieuw bouwwerk inhoudt, wordt de omgevingsvergunning alleen verleend als aannemelijk is dat wordt voldaan aan de regels van hoofdstuk 4 en afdeling 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving en de maatwerkregels die op grond van artikel 4.7 van dat besluit in het omgevingsplan zijn gesteld.

2. Voor zover een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit die het verbouwen of het verplaatsen van een bestaand bouwwerk inhoudt, wordt de omgevingsvergunning alleen verleend als aannemelijk is dat wordt voldaan aan de regels van hoofdstuk 5 en afdeling 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving.”

De in dit artikel bedoelde regels van hoofdstuk 4, 5 en afdeling 7.1 van het Bbl zijn de regels over nieuwbouw, bestaande bouw en sloopactiviteiten zoals die op dit moment in min of meer gelijke mate in het Bouwbesluit 2012 staan.

Vergelijking met het Wabo-systeem

We zien dan ook een beperkt aantal beoordelingscriteria voor de bouwaanvraag. Zeker als je dat vergelijkt met de criteria die in artikel 44 van de Woningwet stonden, en die in artikel 2.10 van de Wabo staan. In die artikelen werden / worden immers ook een toets aan het bestemmingsplan, de Bouwverordening en welstand voorgeschreven.

Dat heeft echter te maken met het feit dat de criteria die eerst uit het bestemmingsplan, de Bouwverordening en welstand voortvloeiden, onder de Ow in het omgevingsplan komen te staan. Die criteria worden dan ook eventueel (ook dit is afhankelijk van wat de gemeente wil) toegepast over de band van de omgevingsplanbepalingen.

Vragen en advies

Hebt u vragen over de nieuwe Omgevingswet? Neem dan contact met ons op:

Contact

Wij overleggen graag met u, praten graag over de ins and outs van uw situatie en geven u graag advies. Voor een kennismaking of eerste gesprek brengen wij geen kosten in rekening.