MOTIVATIONEEL – IJburg-NIMBYs (?)

IJburgIn de nacht van zaterdag op zondag, op een moment dat enkel bezoekers van illegale rave-parties nog wakker zijn (zij het in relatief onbewuste staat), mochten wij op de radio (KRO-NCRV) iets zeggen over de ‘IJburgse NIMBYs’. Dat zijn bewoners van de Amsterdamse wijk IJburg die en masse opkomen tegen de plannen voor de aanleg van een windmolenpark in het IJmeer. Terwijl ze eerder ‘allemaal’ GroenLinks hadden gestemd, een politieke partij die opkomt voor alternatieve energiebronnen. Kortom, de hypocrisiekaart werd al snel getrokken, en al snel was het een en al ‘Nimby’ wat de klok sloeg. En daar hebben wij toevallig verstand van…

Nimbyisme

De term ‘NIMBY’ is een acroniem dat staat voor ‘Not In My BackYard’. Het is een van de vele acroniemen die worden gebruikt in de wereld van de planologie en ruimtelijke besluitvorming. Zo zijn ook bekend: de BANANA (Build Absolutely Nothing Anywhere Near Anyone), CAVE-MEN (Citizens Against Virtually Everything), KIIMBY (Keep It In My BackYard), NIMFOS (Not In My Field Of Sight), NOTE (Not Over There Either) en PIITBY (Put It In Their BackYard).

Allemaal gekkigheid natuurlijk, met als serieuze ondertoon een beschuldiging van hypocrisie. Want de grondgedachte is er steeds een van “we zijn in zijn algemeenheid wel voor … ‘X’ … maar we willen het niet in onze buurt hebben”.

Waarmee dus eigenlijk een rechtstreekse link met egoïsme bestaat (wel de lusten, niet de lasten).

Iedereen is een Nimby…

… en tegelijkertijd kun je stellen dat iedereen een egoïst is. En dat blijkt ook wel een beetje uit onderzoek. Mensen benaderen abstracte zaken anders dan concrete zaken. En mensen gaan pas echt dieper over zaken als rechtvaardigheid nadenken als iets in hun nabijheid komt. Het is het oude liedje van de ‘ver van mijn bed show’.

Er is niets menselijker dan dat. En het is dan ook niet iets dat enkel stemmers op een bepaalde politieke partij treft. Vandaag zijn het immers GroenLinks-NIMBYs die geen windmolens in hun achtertuin willen, maar morgen zijn het de stevig-doorrijders van de VVD die er geen snelweg in willen.

Er komt niets in de achtertuin(?)

Bij dit alles geldt dat er bij helemaal niemand iets in de achtertuin komt. Natuurlijk niet! De Nederlandse omgevingswetgeving (milieu, ruimtelijke ordening) zit immers zo in elkaar dat er wordt uitgegaan van afstandsnormen. Voor windmolens staan die in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling (normen voor slagschaduw en geluid). Met als mogelijkheid om in een omgevingsvergunning nadere voorschriften te stellen.

Toch valt er wel wat af te dingen op die regelgeving. Met name op het punt van laagfrequent geluid van windmolens lijkt de wetenschap nog niet bepaald tot een eensluidend oordeel te zijn gekomen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) lijkt daarin echter geen aanleiding te zien om dan maar een streep te trekken door windmolens. Zo overwoog de ABRvS onlangs nog (in de uitspraak over een windmolenpark in Staphorst, ro. 16.4):

“Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 5 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:375, onder 20.1, over het windpark Piet de Wit, bestaat er in de wetenschap geen eenduidig standpunt over het antwoord op de vraag of (laagfrequent) geluid van windturbines effect heeft op de gezondheid van mensen en is in de wetenschap geen directe oorzaak-effectrelatie tussen windturbinegeluid en gezondheid gevonden. De door [appellant] en anderen overgelegde publicaties geven geen aanleiding voor een andere conclusie. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de uitspraak over het windpark De Drentse Monden en Oostermoer, onder 119.3, strekt het voorzorgs- en preventiebeginsel, waar [appellant] en anderen in dit verband op wijzen, niet zo ver dat op basis van publicaties waarin alleen een mogelijk verband wordt gelegd tussen windturbines en gezondheidsklachten, het college van het verlenen van de omgevingsvergunning had behoren af te zien.”

En de appellanten hadden blijkens die uitspraak nogal wat tegenonderzoek overgelegd. Dat mocht echter niet baten om voorgaande overweging, en vanwege de volgende overweging:

“Voor zover [appellant] en anderen doelen op het rapport “Health effects related to wind turbine sound: an update” van het RIVM uit 2020, overweegt de Afdeling dat dit rapport dateert van na het nemen van het bestreden besluit, zodat het college daar geen rekening mee kon houden.”

Die laatste overweging doet een beetje denken aan een film die we onlangs zagen over een ten onrechte veroordeelde persoon. Het bevrijdende bewijs kwam na de uitspraak, en dus hoefde de rechter in hoger beroep daar geen rekening mee te houden, zo meende de Hoge Raad. Het is ‘juristeritis’ waar de gewone mens woest van kan worden.

It’s not Nimbyism, stupid!

Uit de vele publicaties van omwonenden die in de Staphorstzaak zijn overgelegd, blijkt al dat tegenstanders niet enkel vanwege egoïsme (of hypocrisie) opkomen tegen windmolens in hun nabijheid. Zoals een ervaren hypochonder weet, is er op internet altijd wel informatie te vinden die bepaalde zorgen onderbouwt. Terecht of niet, gevolg is wel dat mensen veeleer vanuit die zorgen handelen dan vanuit egoïstische motieven. En het is de taak van een arts of wetenschapper om daar op te reageren. Een arts diagnosticeert immers niet enkel, hij stelt ook gerust.

Die zorgen kunnen vooral een eigen leven gaan leiden wanneer de overheid te weinig informatie geeft over plannen. De RES 1.0 van de provincie Noord-Holland, waarin het IJmeer als zoekgebied voor een windmolenpark wordt genoemd, is bepaald niet concreet in zijn voornemen. Er is sprake van een ‘zoekgebied’, van een ‘eventualiteit’ en van een algeheel ‘dat weten wij nog niet’. De termen en voornemens zijn dermate vaag dat een beetje zorgelijk aangelegd persoon (en dat talent hebben wij allen) de aanstaande dreiging tot buitengewone proporties kan opblazen in zijn angstdromen. Mensen zijn nu eenmaal banger voor eventualiteiten dan voor zekerheidjes. Die laatste kun je handelen, die eerste niet.

Die onzekerheid wordt aangewakkerd door bestuurders en ambtenaren die de situatie proberen te sussen door die nog vager te maken. Het is nog niet zeker, we hebben nog helemaal geen besluit genomen, we weten eigenlijk nog helemaal niks. Het zijn allemaal zaken die je sowieso liever niet van je arts zou vernemen. ‘Zeg toch waar het op staat man! Dan kan ik het handelen!’

Zachte heelmeesters… ze pompen het spook op tot gigantische proporties…

Angst

Waarmee maar gezegd mag zijn dat het niet egoÏsme is dat de IJburgers drijft, maar angst. Angst voor het onbekende. Een angst die wordt aangewakkerd door een vage opstelling van het overheidsbestuur.

De overheid kan in de huidige setting van de bestuursrechtspraak projecten relatief gemakkelijk ‘erdoor’ krijgen. De afgelopen maanden is gebleken dat er vanuit de bestuursrechterlijke opvatting van de trias politica weinig weerstand tegen de uitvoerende macht valt te verwachten. En daar kun je als overheidsbestuur zomaar op anticiperen. In de zin van ‘uiteindelijk krijgen we toch wel gelijk’. En: ‘het gaat er niet om hoe we motiveren, maar dát we motiveren.’ En dus valt er vanuit de rechtsbescherming weinig te verwachten als het gaat om gezondheidsschade.

Het betekent allemaal dat er voor de burger weinig geruststellends valt te verwachten vanuit de bestuursrechter. De mogelijkheid van schade wordt daar niet getoetst. Het belang van de burger wordt daar niet vertegenwoordig. En de overheid heeft intussen een vaag plan waar wij ons ongerust over maken.

Wat moet je dan als burger?

Wel, de barricaden op!

En wat moet je dan als overheid?

Wel, één optie is om alle IJburgers in de media belachelijk te maken als NIMBY’s.

Een andere optie is om op een volwassen manier om te gaan met de gerechtvaardigde zorgen van deze mensen. En dat betekent dat je uit je ivoren toren klimt, dat je informatie deelt, dat je zo concreet en proactief mogelijk informeert, dat je ingaat op zorgen, en dat je eerlijk bent over de participatiemacht van de burger (heeft deze ‘macht’ ten opzichte van de andere machten van energieleverancier (windmolenboer) en andere grote belangen?).

Het gaat in ieder geval niet aan dat je als overheidsbestuur leunt op een hoogste bestuursrechter die zich al decennialang lijkt te vergissen over zijn rol in het systeem. Anders gezegd: een uitspraak van de ABRvS lijkt inmiddels weinig meer te zeggen over rechtvaardigheid. Hetgeen overigens een zeer ernstige vaststelling is, waar we het elders maar een keer over moeten hebben.

NIMBY!

Wat, zoals gezegd, in ieder geval nooit helpt, is om iemand een ‘Nimby’ te noemen. Die kinderachtige manier van framing leidt er enkel toe dat er psychologische in- en outgroupmechanismen gaan ontstaan. Zodat het ‘wij’ versus’ ‘zij’ wordt.

In een onderzoek dat wij enkele jaren geleden hebben verricht, zijn wij tot enkele ‘best practices’ gekomen voor het omgaan met weerstand tegen (overheids)projecten. Een van de punten is dat we weerstand serieus nemen. En dat we de weerstand nemen voor wat ze is: geen egoïsme maar (terechte) zorgen.

Enkel dan kan op een efficiënte en rechtvaardige manier met weerstand worden omgegaan. Zo kan tegemoet worden gekomen aan zorgen vanuit de omgeving, en worden projecten vele malen efficiënter en prettiger gerealiseerd.