MOTIVATIONEEL – Brein, komkommertijd en rechtvaardigheid

breinHet is zomer. Oftewel komkommertijd. Een mooie aanleiding om dat bijzonder grappige filmpje van Frans de Waal weer eens te laten zien. En er een beetje over te mijmeren. Het gaat over rechtvaardigheid. En de vraag wat het nou eigenlijk is. Wat het met het brein te maken heeft. En wat je met die kennis moet.

Filmpje

Eerst maar eens een link naar het filmpje: zie hier.

Wat het filmpje aantoont is dat apen al een goed ontwikkeld rechtvaardigheidsbesef hebben. Behandel ze ongelijk, en de zogeheten pleuris breekt uit. Ze beginnen met dingen te smijten, aan deuren te rammelen en driftig rond te lopen.

Het zijn net mensen.

Wat dat laatste betreft valt ook bij kinderen op hoezeer ze gericht zijn op gelijkwaardigheid. Ze houden naadloos van elkaar bij hoeveel snoepjes ze op een dag hebben gehad. En zelfs als eentje een tijdje bij een vriendje was spelen, vraagt ie bij thuiskomst aan moederlief: “Hoeveel snoep heeft [broertje] vandaag gehad terwijl ik weg was?”

Het brein

Zwaar gesimplificeerd kun je stellen dat het brein uit drie delen bestaat:

  • de onderste laag (het reptielbrein)
  • de middelste laag (het limbisch systeem: de zoogdierlaag)
  • de bovenste laag (de neocortex: de mensenlaag)

Zoals gezegd: gesimplificeerd, want apen hebben ook een neocortex, zij het kleiner dan die van de mens. Sterker, vele dieren hebben een neocortex, maar de grootte verschilt aanzienlijk. Hoe dan ook is het onderscheid tussen de drie lagen nogal kunstmatig, en vooral bedoeld als indicatie van de mate waarin de desbetreffende laag mentaal aanwezig is.

Van het brein is bekend dat het in zijn gelaagdheid de evolutie volgt. We stammen allemaal van de reptielen af. Het brein is zich daar beginnen te ontwikkelen. Vervolgens werden we zoogdieren. Het reptielbrein werd niet vervangen door een zoogdierbrein, maar een zoogdierbrein ontwikkelde zich over het reptielbrein heen. En datzelfde gebeurde toen we ons ontwikkelden tot de mens(achtigen).

De drie lagen houden zich, ook weer gesimplificeerd, bezig met het volgende:

  • reptielbrein: overleven: ademen, hartslag
  • zoogdierbrein: het beloningscentrum (pijn, genoegen, straf, beloning)
  • de mensenlaag: denken en controle van de andere twee lagen

Waar zit de rechtvaardigheid?

Je zou kunnen stellen dat naarmate een fenomeen meer te maken heeft met overleven, we dieper in het brein moeten kijken. Oftewel: verder terug kijken in de tijd en de evolutie.

Bij het fenomeen rechtvaardigheid hebben we te maken met een hevige emotie op een op zich waardevrij feit. Als X tien euro krijgt voor iets en ik vijf euro voor hetzelfde, dan is dat een puur feit. Waarom triggert dat zo’n heftige emotie? En wat voor emotie is het precies die wordt getriggerd?

Ervan uitgaande dat ik die vijf extra euro’s niet per se nodig heb om te overleven, is er iets anders aan de hand dan een overlevingsdrang. Ik ervaar de onderbetaling daarentegen als een ‘belediging’, een teken van ‘disrespect’ en/of – zelfs een ‘oorlogsverklaring’.

Wat er gebeurt, is dat ik tegenover een ander als minder respectabel wordt afgezet. En dat creëert een bepaalde angst- en/of zelfs depressiereactie. Het kan betekenen dat ik niet lekker lig bij degene die de beloningen uitdeelt. Dat een autoriteit mij onderwaardeert. En dat triggert een angst voor uitstoting. Voor het ‘buiten de groep worden geworpen’. En verbanning is van zeer oudsher gelijk aan een doodsstraf. Vroeger, toen wij in de wildernis woonden, was groepsvorming een voorwaarde voor overleving. Lig je buiten de groep, dan wordt je verslonden door het oerwoud.
Of deze angsttrigger een reptiel- of limbische trigger is, doet verder niet zozeer terzake. Waar het om gaat is dat hij een zeer oude ontstaansgeschiedenis heeft, die diep in het brein ligt.

Kinderen en apen

Apen en kinderen lijken een min of meer vergelijkbare respons te hebben op onrechtvaardige behandeling. Laten we die respons samenvatten onder de noemer ‘kinderachtig’. De kinderachtige respons is er een die diep verankerd is in de evolutie en de bijbehorende emoties (angst, depressie, woede).

Naarmate men ouder wordt, worden die emoties niet minder. Maar men raakt wel steeds beter in staat om ze te controleren. En dat controleren is bij uitstek een bezigheid van de neocortex. Het gevolg is dat de reacties op onrecht minder ‘kinderachtig’ worden. Men krijgt 5 euro in plaats van 10 en ondergaat dat ‘gelaten’. Althans, men heeft de ‘neocorticale’ kunde ontwikkeld om een ‘gelaten’ houding aan te nemen onder het mislopen van de jackpot. Intussen weet iedereen hoe druk zijn of haar neocortex bezig is om die gelatenheid in stand te houden. Stel dat je een promotie misloopt, en je collega loopt ermee weg. Je brein raakt ineens hard aan het werk om een glimlach op het gezicht te bewaren. Er worden allerhande attributies gecreëerd. ‘Je baas is vast verliefd op je collega.’ ‘Hij is vast niet zo intelligent.’ ‘Het heeft te maken met die ene keer dat je kwaad op hem werd.’

Wat het ook is, het heeft niet met jouw kwaliteiten te maken. Je neocortex verzint van alles om de pijn maar weg te houden bij je. Zelfs tot op het punt dat het verzint dat die promotie helemaal niet zo belangrijk is, dat je toch al een hekel had aan het bedrijf of dat eens te meer is gebleken dat dit bedrijf niet in staat is om jouw kwaliteiten te herkennen en het dus maar beter is dat je vertrekt.

Maar wat het ook is wat je neocortex verzint, het verhindert dat je met dingen gaat smijten, aan een hek gaat lopen rammelen of erger. De opdracht van de neocortex is om het zelfvertrouwen zo snel mogelijk weer te herstellen.

Wat moet je met deze info

In het recht, of als overheid, werkgever of voetbalcoach, moet je mensen soms teleurstellen met je beslissingen (je geeft ze een stukje komkommer in plaats van een druif, je zet ze een wedstrijd op de bank, je oordeelt hun bezwaren ongegrond, etc.).

Besef op dat moment dat je mensen diep raakt! Letterlijk: je raakt hun diepere hersendelen. Er ontstaan gevoelens van onderwaardering, uitsluiting, angst, depressie etc.. Ze raken niet meteen aan de Prozac, maar afhankelijk van de boodschap die je brengt, is er wel zeker een reactie met een dergelijke lading.

In dat soort gevallen is het goed om de neocortex van deze mensen te helpen bij het creëren van een zelfvertrouwen gevend verhaal. Het alternatief is immers dat mensen het probleem op hetzelfde niveau proberen te pareren als waar het wordt gevoeld: de fight or flight response (“Ik stap naar de rechter!”) Dat verhaal kan gewoon oprecht zijn. Want je bent waarschijnlijk op rationele gronden tot je besluit gekomen.

Van groot belang is dan om goed te motiveren en uit te leggen.

Geef ook hoop of alternatieven. Zoals bij een sollicitatie: “Wat wij misten bij jou is … En daarom hebben wij voor die ander gekozen. Maar zie dat als leermoment, en probeer … onder de knie te krijgen.”

Leg de ratio uit: “Wij geven u geen gelijk en uw wederpartij wel. De reden daarvoor is …”

Stel je benaderbaar op: “We kunnen ons voorstellen dat je vragen hebt over onze beslissing. Schroom dan ook niet om te bellen als je vragen hebt.”

Leg je positie uit: “Het project moet doorgaan vanwege deze redenen. Dus dat betekent dat we uw bezwaren niet kunnen honoreren. We hebben daar goed over nagedacht. En met name hebben we uw bezwaren … bij onze afweging betrokken. Dat was lastig want we begrijpen uw positie ook heel goed.”

Maar waak ervoor om dat alles op een al te lullige manier te doen. Mensen zien het als je gekunsteld bent, een script wordt gevolgd of als een trucendoos wordt opengetrokken. Als je dit niet kan, dan is er waarschijnlijk iets mis met je besluit. Alleen een goed besluit is goed te motiveren.

Haal de ‘bush’ (jungle) uit de strijd

Stel je bij dit alles niet als autoriteit op. Oftewel, haal de ‘bush’ uit de strijd. Dat wil zeggen: appelleer niet aan de evolutionaire delen in het brein die nog bezig zijn met het overleven in de jungle. Het laatste wat je wilt is om van bovenaf iets te verordonneren. Het ‘dit is mijn uitspraak en daarmee moet u het doen’, is uit de tijd. We leven in autoriteitloze tijden. De burger is gelijk dan wel hoger opgeleid dan de bestuurder. En de voetballer is beter dan de coach vroeger was. Dus je verordonneert niet, maar je motiveert je besluit.

En zo is er nog heel veel meer te vertellen over dit soort zaken. Maar we laten het hierbij. Het is immers zomer, en we moeten het brein af en toe wat rust gunnen…