BESTUURSRECHT – Wob-/Woo-standaarden

WobEr zijn verschillende soorten overheidsorganisaties. Super professionele organisaties zoals de Rijksoverheid en een enkele grote stad. Er zijn ‘normale’ organisaties. En er zijn, wat ik maar noem, ‘problematische’ organisaties. Dat onderscheid merk je onder andere aan de manier waarop men met Wob-verzoeken omgaat (ik weet, ik weet, het is tegenwoordig ‘Woo’, maar ‘Wob’ is nu eenmaal een ingeburgerde term. Wat mij betreft mag die ook onder de Woo worden gebruikt).

De profs

Bij de professionele organisaties loopt een aantal medewerkers rond die enkel Wob-zaken behandelen. Door hun specialisatie hebben ze daar ook handigheid in gekregen. Ze beschikken over de meest efficiënte software om de openbaar te maken documenten te ‘lakken’ (de bekende zwarte balken over lappen tekst plaatsen wanneer de desbetreffende tekst niet openbaar mag worden gemaakt). En ze hebben de tijd om de stukken die ze moeten screenen op dergelijke passages, grondig door te lezen.

En nee, ze nemen lang niet altijd tijdig een besluit op een openbaarmakingsverzoek. Maar veelal is dat simpelweg een kwestie van een dergelijk besluit niet tijdig willen nemen. De reden daarvan mag u zelf invullen.

De problematische organisaties

Er zijn in Nederland (nog) veel overheidsorganisaties die dit proces niet op orde hebben. Dat kan verschillende oorzaken hebben. De belangrijkste daarvan is prioriteitsstelling: het Wob-proces heeft geen bestuurlijke prioriteit. Overheden verbeuren tegenwoordig geen dwangsommen meer, en managers richten hun aandacht veel meer naar de echte vakinhoudelijke zaken. Vaak komen er ook te weinig Wob-verzoeken bij deze organisaties binnen om er een ‘fte’ op te zetten. En dus is de behandeling van Wob-verzoeken binnen deze organisaties een kwestie van ‘corvee’. Juristen die zijn aangenomen voor andere soorten zaken doen de Wob er bij toerbeurt bij. En dan gebeurt de afhandeling van zo’n verzoek weinig efficiënt en professioneel. Zo ken ik organisaties waar het lakken nog gebeurt door middel van een ‘edding’. De kennis van de Wob (tegenwoordig dus de ‘Woo’) is er veelal ook gebrekkig. Want het openbaarmakingsrecht is inmiddels een serieus specialisme dat zich er niet voor leent om er een beetje bij te doen. Gevolg is dat de besluiten van deze organisaties gebrekkig zijn.

Verhullen

Omdat de Wob-besluiten van de problematische organisaties vaak niet voldoen, ontstaat bij de burger veelal het idee dat de desbetreffende overheid iets te verbergen heeft. Die burgers krijgen ook vaak gelijk van bezwarencommissies. Feit is echter dat deze overheden weinig te verbergen hebben. Ze passen enkel de Wob / Woo niet goed toe. Het is dus meer een brevet van onvermogen dan van geheimzinnigheid.

Die geheimzinnigheid zit juist veel meer bij de professionele organisaties. Die organisaties beschikken over een professionele Wob-afdeling omdat de Wob (Woo) voor hen serieuze ‘business’ is. Het zijn deze organisaties (Rijk, grote stad) die vaak met journalisten en andere media te maken hebben. Zij liggen het vaakst onder het vergrootglas. En ze worden ‘platgewobd’. Ze hebben er dus alle reden toe om een aantal ‘fte’s’ te zetten op de kunst van het openbaar maken.

Het is dan ook hier waar de meest interessante wrijving plaats vindt tussen openbaarmakingsverplichtingen en geheimhoudingsbelangen. Waarbij de overheid vooral naar het laatste leunt, en de media en/of burger naar het eerste. Die burger heeft juist hier meer reden om kritisch te zijn op het handelen van de overheid. Want waar de problematische organisatie stukken tekst weglakt uit onvermogen, doet de professionele organisatie dat omdat er echt wat te verbergen is!

Juridische standaard

De professionele organisaties zetten intussen de juridische standaard. Hetgeen betekent dat de besluiten van de problematische organisaties getoetst worden aan dezelfde criteria als die waaraan de profs worden getoetst. Logisch, maar ook: problematisch. Want waar je van de professionele organisatie, met zijn vele fte’s op openbaarmakingszaken, kan vergen dat zij alle openbaar te maken documenten goed inhoudelijk nagaan op geheimhoudingsgronden en op aanknopingspunten voor verdere openbaar te maken documenten, daar kan geen enkele problematische organisatie aan dit criterium voldoen.

De jurist met ‘corvee’ in de problematische organisatie leest de duizenden pagina’s aan openbaar te maken documenten natuurlijk helemaal niet. Hij heeft wel wat beters te doen, bijvoorbeeld bezig zijn met zijn echte vak. Dus hij ‘scant’ die stukken maar een beetje, en lakt weinig consequent namen en citaten. Het is eenvoudig hem op een foute toepassing van Wob / Woo te betrappen.

Vraag is dan ook of je de problematische organisatie aan dezelfde juridische standaarden mag houden als de professionele.

Vragen en advies

Hebt u vragen over het openbaarmakingsrecht? Neem dan contact met ons op:

Contact

Wij overleggen graag met u, praten graag over de ins and outs van uw situatie en geven u graag advies. Voor een kennismaking of eerste gesprek brengen wij geen kosten in rekening.

Willem Brakenhoff