BESTUURSRECHT – Beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit

niet tijdigDat de overheid bij het nemen van besluiten op aanvraag (zoals vergunningaanvragen) is gebonden aan termijnen, bleek al uit een vorige blog. Maar wat kun je eigenlijk doen als de overheid die termijnen niet naleeft? Iedereen zal wel eens hebben gehoord van de ‘Wet dwangsom’. Op grond daarvan is de overheid in geval van nalatigheid in bepaalde gevallen en onder bepaalde voorwaarden een dwangsom verschuldigd aan de aanvrager. Maar dat biedt niet altijd een uitkomst. Zo is de dwangsom relatief laag. En meestal is het de aanvrager niet zozeer te doen om geld (de dwangsom) maar juist om een daadwerkelijk besluit.

Beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit

Wel, het antwoord is op het eerste gezicht eenvoudig: als de overheid nalatig is met het nemen van een besluit dan kun je daartegen in beroep gaan. Maar hoe werkt het precies? Daarover het volgende.

Fictief besluit

In het bestuursrecht geldt als uitgangspunt dat je pas naar de bestuursrechter kunt wanneer er een besluit (op bezwaar) is van de overheid. Maar dat is hier nu juist het probleem: er is geen besluit.

Daarvoor heeft de wetgever de fictie van art. 6:2, aanhef en onder b van de Algemene wet bestuursrecht (‘Awb’) bedacht:

“Voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep worden met een besluit gelijkgesteld:
(…)
b. het niet tijdig nemen van een besluit.”

Het niet tijdig nemen van een besluit wordt dus gezien als een besluit.

Bezwaar

Maar daarmee zijn we er nog niet. Het niet tijdig nemen van een besluit kan betrekking hebben op een primair besluit. (In dat geval neemt de overheid bijvoorbeeld geen beslissing over een vergunningaanvraag.) Het kan ook betrekking hebben op een besluit op bezwaar. (In dat geval is er al een primair besluit (de vergunning) maar is daar bezwaar tegen ingesteld en blijft de overheid nalatig om daarover te besluiten.)

In het bestuursrecht geldt zoals gezegd dat je enkel beroep bij de bestuursrechter kunt instellen tegen een besluit op bezwaar. Als de overheid niet tijdig beslist op een bezwaarschrift, is de situatie duidelijk: volgens art. 6:2 Awb is er sprake van een ‘fictief’ besluit op bezwaar. Daar kun je dus tegen in beroep.

Maar hoe zit dat met het fictieve primaire besluit? Volgens het systeem zou daar eigenlijk eerst nog weer bezwaar tegen moeten worden gemaakt voordat je bij de bestuursrechter terecht kunt. Maar dat heeft de wetgever niet logisch gevonden. Daarom heeft hij in art. 7:1, lid 1, aanhef en onder f van de Awb bepaalt dat tegen een fictief primair besluit niet eerst bezwaar hoeft te worden gemaakt:

“Degene aan wie het recht is toegekend beroep bij een bestuursrechter in te stellen, dient alvorens beroep in te stellen bezwaar te maken, tenzij:
(…)
f. het beroep zich richt tegen het niet tijdig nemen van een besluit,
(…)”

Kortom…

Zowel tegen een fictief primair besluit als een fictief besluit op bezwaar kun je rechtstreeks in beroep bij de bestuursrechter.

Termijn

Een volgende vraag is welke termijnen er gelden voor het instellen van dat beroep bij de bestuursrechter. Art. 6:12, lid 1 van de Awb bepaalt daarover dat die termijn er niet is:

“Indien het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit dan wel het niet tijdig bekendmaken van een van rechtswege verleende beschikking, is het niet aan een termijn gebonden.”

Maar lid 4 bepaalt wel:

“Het beroep is niet-ontvankelijk indien het beroepschrift onredelijk laat is ingediend.”

Je kunt er dus ook weer niet al te lang mee wachten.

Ingebrekestelling

Voordat je beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit kunt instellen bij de bestuursrechter zal je de overheid wel eerst gelegenheid moeten geven om binnen een bepaalde termijn alsnog een besluit te nemen. ‘Ingebrekestellen’ wordt dat genoemd. Zie art. 6:12, lid 2 van de Awb:

“Het beroepschrift kan worden ingediend zodra:
a. het bestuursorgaan in gebreke is tijdig een besluit te nemen of een van rechtswege verleende beschikking bekend te maken, en
b. twee weken zijn verstreken na de dag waarop belanghebbende het bestuursorgaan schriftelijk heeft medegedeeld dat het in gebreke is.”

Soms is dat volgens lid 3 echter niet nodig:

“Indien redelijkerwijs niet van de belanghebbende kan worden gevergd dat hij het bestuursorgaan in gebreke stelt, kan het beroepschrift worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is tijdig een besluit te nemen.”

Maar in beginsel dien je de overheid dus ingebreke te stellen en twee weken te geven om alsnog een besluit te nemen. Pas als dat niet gebeurt, kun je in beroep bij de bestuursrechter.

Bij de bestuursrechter

Vervolgens dien je een beroepschrift in bij de bestuursrechter. Dat dient vanzelfsprekend te voldoen aan de eisen die voor beroepschriften gelden (zie art. 6:5 van de Awb). Vervolgens behandelt de bestuursrechter het beroep volgens een procedure die speciaal voor het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit is opgetuigd, de procedure van afdeling 8.2.4a van de Awb. Daaruit blijkt:

  • dat het beroep vereenvoudigd wordt behandeld (als ware het beroep kennelijk gegrond),
  • dat de rechter binnen 8 weken uitspraak doet,
  • dat de rechter direct ook een uitspraak kan doen over reeds verbeurde dwangsommen,
  • dat de rechter een dwangsom kan opleggen voor de nakoming van de uitspraak.

De overheid neemt alsnog snel een besluit

Wat nu als je beroep hebt ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit en de overheid vervolgens alsnog een besluit neemt terwijl de rechter nog geen uitspraak heeft gedaan? In principe heb je dan geen belang meer bij het beroep. Althans, je hebt natuurlijk wel kosten gemaakt (o.a. griffierecht).

Deze problematiek is geregeld in art. 8:75a van de Awb. Dat bepaalt in lid 1:

“In geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, kan het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 in de kosten worden veroordeeld. Het verzoek wordt gedaan tegelijk met de intrekking van het beroep. Indien aan dit vereiste niet is voldaan, wordt het verzoek niet-ontvankelijk verklaard.”

Kortom, je trekt het beroep dan in onder gelijktijdig verzoek om een kostenveroordeling.

Beroep tegen het alsnog genomen besluit

En wat nu als het besluit dat de overheid alsnog, hangende het beroep tegen het niet tijdig nemen ervan, heeft genomen jou onwelgevallig is (de vergunning wordt bijvoorbeeld geweigerd)?

In dat geval trek je het beroep niet in maar procedeer je verder tegen het alsnog genomen besluit. Dat volgt uit art. 6:20, lid 3 van de Awb:

“Het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit heeft mede betrekking op het alsnog genomen besluit, tenzij dit geheel aan het beroep tegemoet komt.”

Vragen en advies

Hebt u vragen over het bestuursrecht? Neem dan contact met ons op:

Contact

Wij overleggen graag met u, praten graag over de ins and outs van uw situatie en geven u graag advies. Voor een kennismaking of eerste gesprek brengen wij geen kosten in rekening.

Willem Brakenhoff