BESTUURSRECHT – Kansen bij de bestuursrechter

Een interessant artikel vorige week in het NJB (Nederlands Juristenblad). Het betreft een stuk van Bert Marseille en Marc Wever naar aanleiding van een onderzoek dat zij hebben gedaan naar – onder andere – de winstkansen van de burger bij de hoogste bestuursrechter.

Hoogste bestuursrechters

Het onderzoek betrof het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB) en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS). De CRvB behandelt met name zaken over uitkeringen (Wmo, Participatiewet, arbeidsongeschiktheid). De ABRvS behandelt o.a. zaken over omgevingsvergunningen, vreemdelingenrecht, bestuurlijke boete en Wob-verzoeken.

Selectie

Marseille en Wever hebben 360 uitspraken uit het jaar 2017 van de CRvB (180 uitspraken) en de ABRvS (eveneens 180) geanalyseerd.

Conclusie

In het onderzoek zijn vier scenario’s onderzocht:
1- de burger wint bij de rechtbank, en ook in hoger beroep
2- de burger wint bij de rechtbank, de overheid wint het hoger beroep
3- de overheid wint bij de rechtbank, de burger wint het hoger beroep
4- de overheid wint bij de rechtbank, en ook in hoger beroep

De gevonden percentages zijn als volgt:

ad 1- 13,3%
ad 2- 3,5%
ad 3- 14,6%
ad 4- 69%
(Totaal : 100,4%. Dat zal waarschijnlijk komen door afrondingen.)

2015

Het onderzoek over 2017 is een herhaling van een eerder onderzoek, uit 2015. Uit een vergelijking van beide onderzoeken blijkt dat de winstkansen van de burger zijn toegenomen. De cijfers uit 2015 zijn als volgt:

ad 1- 6,6%
ad 2- 6,1%
ad 3- 12,9%
ad 4- 74%
(Totaal: 99,6%)

Oorzaak toename winstkansen voor de burger

De onderzoekers zien twee mogelijke (met elkaar samenhangende) oorzaken voor de geconstateerde toename in winstkansen voor de burger. In de eerste plaats behandelde de ABRvS in vergelijking met 2015 (3,3%) meer zaken over bestuurlijke boetes in 2017 (6,7%). Gebleken is dat de burger in dergelijke zaken een hogere winstkans heeft dan in andere zaken.

In de tweede plaats leiden de onderzoekers uit de jaarverslagen van de ABRvS af dat de ABRvS overheidsbesluiten indringender is gaan toetsen (d.w.z. minder terughoudend, of: ‘minder marginaal‘, oftewel, minder aan het eigen inzicht van de overheid overlatend.).

Indringender toetsing

Over het jaarverslag 2017 van de Raad van State schreven wij eerder al een bericht in verband met de door de Raad van State geconstateerde regeldruk voor de burger, het feit dat een kleine afwijking van de veelal complexe regels door de overheid al snel wordt gezien als een overtreding, en de constatering dat daarmee wellicht teveel van de burger wordt verwacht. Deze constateringen lijken samen te hangen met de toename van de winstkansen van de burger in, met name, boetezaken.

Jaarverslag 2017

De Raad van State merkt in dit verband in zijn jaarverslag over 2017 o.a. het volgende op (pag. 61):

“In het jaarverslag 2016 is al melding gemaakt van de indringender toetsing door de bestuursrechter. Zoals in de literatuur niet onopgemerkt is gebleven, heeft dat er mede toe geleid dat de Afdeling bestuursrechtspraak is afgestapt van het gebruik van de term ‘marginale toetsing’, die een te vrijblijvende opstelling van de rechter suggereert. De termen ‘beleidsvrijheid’ en ‘beoordelingsvrijheid’ zijn vervangen door ‘beleidsruimte’ en ‘beoordelingsruimte’, met als overkoepelende term ‘beslissingsruimte’. De sinds jaar en dag gebruikte term ‘vrijheid’ wordt niet meer gebruikt, omdat deze verwarrend kan zijn. Geen enkel gebruik van een publiekrechtelijke bevoegdheid is geheel vrij, maar steeds gebonden aan de regels van het recht. Met de termen ‘beleidsruimte‘ en ‘beoordelingsruimte‘ bedoelt de Afdeling bestuursrechtspraak hetzelfde als voorheen met de termen ‘beleidsvrijheid‘ en ‘beoordelingsvrijheid‘. Waar er ‘gebonden beoordelingsruimte’ is, gebruikt de Afdeling bestuursrechtspraak niet de term ‘beoordelingsruimte’, maar brengt zij in de motivering de (volle) toetsing van de bevoegdheidstoepassing tot uitdrukking.”

Jaarverslag 2016

In zijn jaarverslag over 2016 stelt de Raad van State vast dat dat jaar indringender toetsing van overheidsbesluiten heeft plaatsgevonden in vreemdelingenzaken, boetezaken en zaken over de toepassing van beleidsregels (zie pag. 60 e.v.).

Over boetezaken schrijft de Raad op pag. 9:

“Als de overheid strenger wordt, kan er eerder spanning met bepaalde rechtsbeginselen voelbaar worden. Een dergelijke ontwikkeling is aan de orde. De Afdeling advisering constateert dat de overheid soms (te) veel vraagt of (te) ver gaat, terwijl de Afdeling bestuursrechtspraak sancties intensiever gaat toetsen.”

Oftewel, als de overheid strenger wordt voor de burger, worden wij (Raad van State) strenger voor de overheid…