ALGEMEEN – De reële werkelijkheid en de juridische werkelijkheid

werkelijkheidNaast het lezen van taaie juridische handboeken, lezen wij af en toe ook wel eens een ‘gewoon’ boek. “Klont” van Maxim Februari bijvoorbeeld. Wij zijn fan van Maxim. En dat komt ook een beetje doordat Maxim in zijn boek op een gegeven moment zo treffend opmerkt dat de reële werkelijkheid steeds kleiner wordt ten opzichte van alle informatie die er over die werkelijkheid wordt geproduceerd. Volgens ons geldt dat ook voor het recht. Is het stikstof- en PFAS-gebeuren een aankondiging van een ‘klont’ in het recht?

In zichzelf gekeerde systemen

In het boek ‘Dit kan niet waar zijn‘ van Joris Luyendijk werd het met betrekking tot de economie al gezegd. Er is een reële economie, en er is een gigantische, en in omvang toenemende, financiële wolk er omheen. In die laatste wordt niks gemaakt, worden geen nuttige bijdragen geleverd, maar wordt puur geld gemaakt met geld. In een wereld die volgens Luyendijk niet immoreel is, maar amoreel. In die zin staat die wolk volledig op zichzelf. Ze bestaat wars van landsgrenzen, moraliteit of realiteit. Het is een massa die louter op zoek is naar groei.

Juristerij

In de juristerij lijkt hier op een bepaalde manier ook sprake van te zijn. Met name het bestuursrecht is een systeem dat zich op een zekere manier heeft losgezongen van de werkelijkheid. Het beoogt inherent logisch en consequent te zijn. En daarbij wil het voor alles ‘systeem’ zijn. Een systeem dat zich voortdurend moet wapenen tegen de chaos van de werkelijkheid. En dat met iedere min of meer geslaagde aanval van die werkelijkheid hergroepeert tot een herschikt en nog weer ingewikkelder systeem.

Windows

Het doet een beetje denken aan wat wij ooit iemand hoorden zeggen over Windows. Windows is als computersysteem ooit neergezet in deze wereld. Vervolgens kreeg het te maken met de werkelijkheid. Hackers, gebruikers, noem maar op. En sinds zijn geboorte zijn er voortdurend pleisters geplakt op Windows. Gaten worden gedicht, wijzigingen aangebracht, noem maar op. En het gevolg ervan is dat het hele systeem steeds complexer is geworden, er steeds meer pleisters zijn aangebracht, voorgaande en volgende versies op elkaar moeten aansluiten en allerlei lui zich hebben gespecialiseerd in allerlei systeem-onderdelen.

Iemand zei ooit: “Eigenlijk zouden ze de boel moeten opdoeken, en van scratch af aan een nieuw systeem moeten neerzetten”.

Zo is het ook in het (bestuurs)recht.

Zomaar een geval

Om een blik te geven in de keuken van het bestuursrecht: men neme een eigengereide burger die het op een gegeven moment in het hoofd haalt om op het eigen achtererf een bouwwerk neer te zetten. Een ambtenaar loopt langs en constateert dat er geen vergunning voor is afgegeven. Dat is een reële werkelijkheid.

Vanaf dat moment komt het bestuursrechtelijke systeem tot leven. Er gebeurt een aantal dingen. En, om niet al te langdradig te zijn, schetsen we direct de bestuursjuridische soep waar zo’n geval toe kan leiden: een handhavingsbesluit, een verzoek tot vergunningverlening, een verzoek tot aanvulling van gegevens, een buitenbehandelingstelling, een legesaanslag, een hernieuwde aanvraag, een nieuwe legesaanslag, een invorderingsbesluit, een reactie van een provincie, en vervolgens het hele arsenaal aan bezwaar- en beroepsmogelijkheden die door deze soep heen trekt.

Dat kan zomaar gaan om een klein afdakje. Minimaal zes procedures. Elk afzonderlijk aan een bestuursrechter voor te leggen. Bezwaar tegen de leges, bezwaar tegen de buitenbehandelingstelling, bezwaar tegen het handhavingsbesluit, bezwaar tegen het invorderingsbesluit… et cetera.

Waar is de werkelijkheid

Juristen zijn daar druk mee. Want het luistert allemaal nauw. Er moeten op tijd ontvangstbevestigingen uitgestuurd worden. Er gaan per aanvraag en bezwaar termijnen lopen. Er moeten bezwaarcommissies worden opgetuigd. Er moeten stukken worden ingediend. Er zijn vele functionarissen betrokken bij de diverse bezwaarschriften, er loopt een beroep tegen het ene besluit, een hoger beroep tegen het andere, er treedt een bestuurlijke lus in werking, et cetera.

De werkelijkheid is intussen dat er ergens een klein bouwwerkje illegaal is neergezet. Door een burger die gedurende het traject inmiddels ook wel inziet dat ie dat beter had moeten regelen, maar die zich intussen helemaal kapotschrikt van de juridische soep (klont) die op hem afkomt. Waarna hij in grote frustratie roept: “Ik ga naar een advocaat!” Waarmee de soep nog dikker wordt dan die al was. Want die advocaat gaat in al die soep-onderdelen aparte acties ondernemen.

En die juristen en advocaten vinden het ook allemaal razend interessant. Een cluster aan besluiten, bezwaren, beroepen en terugverwijzingen. Voor je het weet wordt er ook nog wat interessante jurisprudentie gecreëerd, die de praktijk zogenaamd handvatten moet geven om dit soort zaken in het vervolg aan te pakken. Wat dat laatste betreft is de Raad van State er bepaald niet vies van om af en toe een instruerende uitspraak te wijzen. Lees: een pleister te plakken op een systeem.

Terug naar de werkelijkheid

De burger duizelt het intussen. De meest stupide gevalletjes kunnen leiden tot ware bestuursjuridische ‘clusterfuck’. En dan kun je als burger wel heel stoer roepen dat je ‘naar je advocaat gaat’. Maar dat is enkel wrijven in een vlek. Een bestuursrechtelijke vlek. Elke actie leidt tot verbreding van de boven de werkelijkheid hangende juridische wolk. Want op de een of andere manier verdraagt een systeemgerichte benadering zich slecht tot een oplossingsgerichte benadering.

Stikstof-clusterfuck

We zien hetzelfde bij het stikstofverhaal dat de bouwwereld op dit moment gijzelt. Het is een gijzeling die in wezen losstaat van milieu-overwegingen. Het hangt samen van besluiten die onderling niet goed samenhangen: het aanwijzen van een fijn versnipperd netwerk aan Natura2000-gebieden, de constatering dat je met betrekking tot al die gebieden nooit enige milieunorm zal kunnen naleven, het doorschuiven naar de toekomst, het verzinnen van een truc in de vorm van het PAS, het wegvallen van het PAS en vervolgens het als minister (die ook niet weet wat hem/haar overkomt) voor stakende boeren en bouwvakkers op het Malieveld stotteren dat je de volgende pleister gaat plakken op het systeem.

Oplossing: realiteitszin

Het gaat hem allemaal niet worden. Het gaat hem niet worden in de bestuursrechtelijke sneeuwbal die een overtredende burger op zich af ziet rollen. En het gaat hem niet worden bij het stikstof-pleisterplakken.

Op een gegeven moment moet je het belang bij een samenhangend, integraal en consequent, bestuursrechtelijk systeem gaan loslaten ten faveure van de werkelijkheid. Bij die wetsovertredende burger lost zich dat op door gewoon eens een ochtend in te plannen om te bespreken hoe je de boel tot een oplossing brengt. En bij het stikstofprobleem geldt in wezen hetzelfde. Koppen bij elkaar, het Natura2000-netwerk herzien op basis van de ermee gemoeide belangen en als land / regering eens wat duurzame afspraken maken. Dat wil zeggen: afspraken die niet bestaan bij de gratie van de volgende pleister op het systeem.

Vragen en advies

Hebt u vragen over het milieurecht? Neem dan contact met ons op:

Contact

Wij overleggen graag met u, praten graag over de ins and outs van uw situatie en geven u graag advies. Voor een kennismaking of eerste gesprek brengen wij geen kosten in rekening.