Je kon er op wachten: volgens het Financieele Dagblad gaat een rechtsbijstandsverzekeraar de concurrentie aan met de advocatuur. Hoewel dat formeel in strijd is met de regels van de Orde van Advocaten, gaat ze diensten aanbieden aan mensen die teveel verdienen voor de sociale advocatuur. Deze mensen mijden het recht. Reden: de te hoge tarieven van advocaten en de onvoorspelbaarheid van rechtszaak en – vooral – van de totale kosten van een procedure.
Wat hebben het recht en Cruijff met elkaar te maken? Wel, Lakoff! George Lakoff en Mark Johnson hebben ooit een boek geschreven getiteld ‘Metaphors we live by’. Zij stellen in dat boek dat de mens de wereld begrijpt door middel van metaforen. Ze schrijven: “The essence of metaphor is understanding and experiencing one kind of thing in terms of another”. En zo zien we dat bergen een soort van mensen zijn (‘de voet van een berg’), dat de wetenschap een gebouw is (‘de bouwstenen van een theorie’) en het recht, net als voetbal, ‘oorlog’.
Zijn ‘appèlschriftuur’ hebben we niet gelezen, maar volgens het AD heeft Sander Janssen, de advocaat van Willem Holleeder, daarin hard uitgehaald naar de rechterlijke macht. Zo zou Janssen hebben gezegd: “Rechters baseren hun vonnis steeds vaker vooral op hun overtuiging en zoeken daar het bewijs bíj.” Nou hebben wij niet zoveel met strafrecht. Maar toch herkennen de bestuursrechtjuristen onder ons wel iets in de opmerking van Janssen. Het door Janssen gesignaleerde probleem beperkt zich kennelijk niet tot het strafrecht.
Op het spoor gezet door Folkert Jensma van NRC zijn we afgelopen weekend maar eens door het jaarverslag over 2018 van de Nationale Ombudsman gaan bladeren. Het bleek een treurig stemmend verslag vol verhalen over systeemdenken, gebrek aan oplossend vermogen en een soms meedogenloze overheid. Toevallig werden we ook gewezen op een artikel in Trouw, over een onderzoek naar woede. Is er een verband tussen dat artikel en het jaarverslag van de ombudsman?
Uit het jaarverslag van de Raad voor de Rechtspraak over 2018 blijkt dat er (wederom) sprake is van een afname van het aantal rechtszaken. En dat is vanzelfsprekend goed nieuws! Te verwachten valt dan ook dat deze afname in de branche volop wordt gevierd. De rechter mag immers, net als de arts, verheugd zijn over het feit dat er minder ‘patiënten’ zijn. Dat wijst namelijk op een toenemende algemene (juridische) gezondheid van de Nederlandse burger. Toch?
Onlangs was het weer zover. Een van onze cliënten was in overleg over een bepaalde projectontwikkeling. Wij adviseren hem. De andere partij was wat onzeker van zijn zaak. En dus zeiden we tegen hem: “Is het wellicht iets om even te wachten zodat je met een jurist kan afstemmen?” Dat leek hem wel wat. Vervolgens meldde zich een advocaat. En binnen no-time was de boel geëscaleerd…
Je ziet het regelmatig in bestuursrechtelijke zaken: hele dikke dossiers die jaren bestrijken en waarin vrachtwagens vol aan besluiten – al dan niet op bezwaar – en uitspraken van rechtbanken liggen. Terwijl er helemaal niemand een centimeter opschiet. Het heeft ons tegenover een cliënt, van wie wij een zaak overnamen, wel eens doen uitroepen: “U bent in een papieren fuik gelopen!”
‘Voor een man met een hamer ziet elk probleem eruit als een spijker’. En, zo zou ik eraan willen toevoegen: ‘voor een jurist ziet elk geschil eruit als een rechtszaak’.
Zou het ertoe mogen doen naar wie je toegaat met een bepaald geschil? Dat de keuze wie je om advies vraagt, reeds een keuze impliceert voor een bepaalde aanpak? Stel, je hebt een meningsverschil met een familielid over de verdeling van een erfenis. Naar wie ga je toe voor advies? Naar een advocaat? Een notaris? Een bemiddelaar? Een financieel adviseur? De pastor? Een goede vriend?
Vandaag, 14 november 2017, hebben wij onze nieuwe website gelanceerd. Op de site zullen we regelmatig nieuws, artikelen en handige links publiceren.
Willem Brakenhoff
